‘ERM is bezig de standaard te worden’
In gesprek met Gerard Scholten (ERM)
Er zit groei in het aantal bedrijven met een ERM-certificering (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg). Toch zijn er volgens restauratiedeskundige Gerard Scholten van Stichting ERM nog wel wat stappen nodig om het onderhoud van monumenten op het juiste niveau te krijgen.
Die stappen betreffen de hele keten binnen een bepaalde URL, geeft Scholten aan. Opdrachtgevers schrijven inmiddels steeds vaker voor dat het werk moet worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de verschillende URL’s die het ERM hanteert. Steeds meer bedrijven laten zich certificeren zodat ze aantoonbaar werken volgens deze richtlijnen. “Maar kijk alleen maar naar de schilderbedrijven. Er zijn nu 35 ondernemingen met ERM-certificering om het schilderwerk van 165.000 monumenten te onderhouden…”
Belangrijk bij dat schilderwerk is dan ook nog dat ook de verfindustrie mee gaat doen in die keten. “Er worden wel verftechnische adviezen gegeven voor monumenten, maar als je die goed bekijkt dan zijn ze vaak niet volgens onze uitgangspunten voor onderhoud en restauratieschilderwerk. Te vaak wordt uitgegaan van totale verwijdering, soms zelfs het advies met open vuur. Dit laatste is streng verboden volgens de URL 4009. De eerste eis tijdens onderhoud en restauratie is ‘beperk de omvang van de ingreep; zoveel als noodzakelijk en zo weinig als mogelijk.’ Ook deelvervanging is bij monumenten anders omdat je hout moet gebruiken dat er van origine in verwerkt is. Verder gebruiken we geen roller, maar leveren we authentiek schilderwerk door kwastapplicatie. Afplakken doen we ook niet bij monumenten, ook niet als twee kleuren tegen elkaar aanliggen. Dan gaan we besnijden, wat vakmanschap uitstraalt. Dat deed men in het verleden ook.”
Eerst conserveren en repareren
Volgens de restauratieladder is de eerste stap om te conserveren. “Denk bijvoorbeeld aan het in de was zetten van kerkbanken, waardoor de laklaag behouden blijft.” Daarna komt repareren door retoucheren en pas als laatste vernieuwen. Waarbij vernieuwen dan ook nog weer kan variëren van kopiëren – door dezelfde producten te gebruiken als in het verleden – en imiteren – waarbij hedendaagse producten worden gecombineerd met technieken van vroeger. Ten slotte is er nog verbeteren: ‘verhoog de onderhoudsinterval door duurzame producten te gebruiken’.
Diezelfde opzet is ook terug te vinden bij ERM-richtlijnen voor andere ambachten, zoals dakdekkers, timmerlieden en metselaars. Ook daar is de belangstelling voor ERM-certificering groeiende. “ERM is echt bezig om de standaard te worden”, constateert Scholten. Hij denkt dat dat mede te danken is aan de invoering van de Wet op de kwaliteitsborging voor het bouwen Wkb. Die vereist steeds vaker aantoonbare kwaliteit, wat met de ERM-richtlijnen en certificeringen goed te realiseren is.
Veel fout gegaan
ERM is opgericht in 2011, na de financiële crisis. In deze crisis liep de nieuwbouw behoorlijk terug. Toen gingen nieuwbouwaannemers ook onderhoud, renovatie en restauratie doen. “Daarbij is toen enorm veel fout gegaan”, zegt Scholten. Overheid, werkgevers, werknemers en opdrachtgevers verenigden zich daarop in een koepelorganisatie en richtten Stichting ERM op. Een van de taken van ERM werd het opstellen van kwaliteitsrichtlijnen voor onderhoud en restauratie. Dat resulteerde inmiddels in 15 URL’s voor de diverse betrokken branches.
Daarbij hoort dan natuurlijk ook dat er vakmensen worden opgeleid. Hiervoor is de NCE opgericht: Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen. Zo worden in november diploma’s uitgereikt aan de eerste 30 erfgoedschilders. “Deze cursus is drie jaar geleden gestart en bestaat uit zeven modules. De schilders volgen twee modules per jaar en hebben nu dus de laatste modules afgerond.”
ERM is partner van de vakbeurs MONUMENT; Gerard Scholten verzorgde tijdens de editie van 2024 een kennissessie over schilderwerk.