Fiscale aftrek wordt subsidieregeling
In oktober stemde de Tweede Kamer in met een wetswijziging waarmee de fiscale aftrek voor uitgaven aan monumentenpanden met ingang van 1 januari 2019 wordt vervangen door een subsidieregeling. De regeling is specifiek bedoeld voor eigenaren van woonhuismonumenten.
Ook wanneer particulieren niet zelf in het rijksmonument wonen, kunnen zij aanspraak maken op subsidie. Net als bij de fiscale aftrek, wordt er geen maximum gesteld aan onderhoudskosten waarvoor de eigenaar subsidie kan aanvragen.
Volgens de minister van OCW kan met de nieuwe regeling beter getoetst worden of de subsidie alleen wordt ingezet voor het onderhoud aan monumentale delen en niet voor verbetering van algemeen wooncomfort. Binnen de fiscale aftrek was het lastiger voor de overheid om hier op toe te zien.
De subsidie bedraagt 35 procent van de subsidiabele kosten. Het subsidiepercentage van 35 procent wordt bij overschrijding van het subsidieplafond naar beneden bijgesteld. Naar aanleiding van twee moties is de subsidieregeling verruimd met 5 miljoen euro waardoor er nu in totaal 50 miljoen euro op jaarbasis beschikbaar is.
Particulieren die in 2019 onderhoud plegen aan hun woonhuismonument, dienen een aanvraag in voor subsidiabele kosten in de aanvraagperiode van 1 maart 2020 tot en met 30 april 2020. Aanvragen die worden ingediend buiten de aanvraagperiode worden afgewezen. De aanvraag moet worden voorzien van gespecificeerde facturen. Betreffen de onderhoudskosten aan monumentale delen meer dan 70.000 euro, dan dient wel een inspectierapport bijgesloten te worden. De aanvrager ontvangt bericht binnen 13 weken na de sluiting van de aanvraagperiode.
Onder voorbehoud van aanvaarding door de Eerste Kamer (deze stemt op 10 of 11 december over de wetswijziging) treedt op 1 januari 2019 de nieuwe subsidieregeling voor rijksmonumenten met een woonfunctie in werking.