Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

‘Monumenten maken sterke vlucht naar voren’


Woningcorporaties hebben meer karakteristieke en monumentale woningen in bezit dan vaak gedacht. Wat moet er gebeuren om ze te verduurzamen? TBI onderneming Nico de Bont gaf daar antwoord op in hun kennissessie tijdens vakbeurs MONUMENT. Het bureau Fenicks bracht voor Nico de Bont in kaart hoe groot het aantal karakteristieke woningen in corporatiebezit is en wat de stand van zaken is.

Fenicks ging twaalf jaar geleden van start als eenmansbedrijf, maar is inmiddels uitgegroeid tot een vaste waarde en ‘het CBS van de monumentensector’, vertelt eigenaar Jan-Hylke de Jong. Het bedrijf weet ‘alles’ van monumenten en karakteristieke woningen in heel Nederland, van locaties en aantallen tot oppervlaktes, inclusief de staat van onderhoud, warmte-uitstraling en energieverbruik. “Wij hebben van alle monumenten in Nederland fotobeeld van meerdere jaren. Zoals andere organisaties alles weten van een bepaald type gebouw, zoals de NVM van woningen en Locatus van winkels, zo weten wij alles van monumenten. Fenicks focust zich volledig op digitale gegevens voor de monumentensector en doet ook niets buiten die sector”, zegt De Jong.

Camera-auto’s

Bij het bedrijf werken mensen ‘die ontzettend graag bezig zijn met het verbeteren van data’, IT’ers en logistiek medewerkers. Fenicks heeft zelfs eigen camera-auto’s rondrijden die dagelijks opnames maken van monumenten. “Dat was eigenlijk niet het plan, maar wij vonden dat de opnames van andere organisaties niet voldeden aan de specifieke vraagstukken van de erfgoedsector. Zo kunnen we ook optimaal rekening houden met de privacy van bewoners en eigenaren van monumenten.”

Privacy is voor Fenicks een belangrijk ding. “We hebben een behoorlijk stevige AVG-paragraaf en wij benaderen bewoners eens in de vier jaar schriftelijk om ze op de hoogte te stellen van ons werk en ze in de gelegenheid te stellen om te worden ‘vergeten’. Daarnaast hebben we een hoge mate van beveiliging op privacygevoelige gegevens, terwijl we pandgebonden gegevens aggregeren tot een groter geheel. Wij hebben overheden en organisaties als RCE, OCW en RVO als opdrachtgever en werken daarnaast in een vrij kleine sector. We willen het dus wel goed doen en tevens de eigenaren en bewoners van al die monumenten te vriend houden.”

Conversie is groot

In opdracht van Nico de Bont, als aannemer gespecialiseerd in restauratie en verduurzaming van monumenten, onderzocht Fenicks hoe het er in Nederland voor staat met karakteristiek en monumentaal corporatiebezit. Nederland telt circa 145.000 monumentale objecten en naar schatting is ongeveer eenzelfde hoeveelheid van de gebouwen gelabeld als karakteristiek of beeldbepalend, volgens cijfers van Fenicks. Van deze karakteristieke gebouwen is een aanzienlijk deel corporatiebezit. De Jong: “Het aantal corporatiewoningen is echt veel groter dan gedacht. Ook groter dan veel beheerders bij corporaties doorgaans denken. Dat geeft een extra verduurzamings-uitdaging. Maar wat we ook zien: het zijn in zijn algemeenheid niet allemaal lage energielabels bij monumenten. Dat heeft echt een vlucht naar voren gemaakt en de conversie naar A, B en C-labels is groot. Van alle monumenten is inmiddels ongeveer 30% voorzien van een EPA-label. Daarvan heeft ongeveer 30% een A, B of C-label, waarbij C veel voorkomt, maar er zijn ook panden met A++.”

Om in kaart te brengen hoe het er voorstaat specifiek met de corporatiewoningen, werkte Fenicks van grof naar fijn. “We hebben gekeken naar bouwjaar, maar hebben ook aan corporaties gevraagd aan te geven wat voor hen karakteristiek woningbezit is, zonder dat het momenteel een monumentenlabel heeft. Dit kan een voorportaal zijn als aanwijzing als monument, want erfgoed draagt bij aan de identiteit van een stad of wijk en maakt dat we ons er thuis voelen en er aan hechten om daar te wonen.”

“Van die panden hebben we in kaart gebracht wat het energieverbruik is en wat de globale staat van onderhoud is. Over het algemeen blijkt de staat van onderhoud van karakteristieke corporatiewoningen voldoende tot goed. Gezien de expertise van woningcorporaties op het gebied van gestructureerde meerjaren onderhoudsplanningen en -uitvoering is dat ook geen verrassing. Wel valt het op dat veel van deze objecten nog niet verduurzaamd zijn, of dat de plannen om dit te doen er nog niet liggen. Dit terwijl de energiekosten relatief hoog zijn als gevolg van matige isolatie. Hier levert de aanpak van Nico de Bont meerwaarde. Zij helpen bij het prioriteren van de opgave en komen per pandtype met een efficiënte en schaalbare aanpak om verhuurbare eenheden te verduurzamen.”

Tijdens de kennissessie van Nico de Bont | TBI presenteerde Fenicks de resultaten van het onderzoek. De sessie gaat in op de mogelijkheden en aanpak voor het verduurzamen van monumentaal corporatiebezit.

Ga terug