Monument in de spotlight: Huis Barnaart

Huis Barnaart is een imposant Neoclassicistisch herenhuis uit 1808, met een van de eerste Empire-interieurs. Sinds 2016 is het in volle glorie hersteld.

Exterieur

De naamgever, Jhr. Willem Philip Barnaart wilde eigenlijk verbouwen, maar besloot architect Abraham van der Hart toch maar de opdracht te geven iets nieuws te maken. De bouw duurde van 1804 tot 1808.  De voorgevel, in Neoclassicistische stijl, is opgetrokken uit Bentheimer zandsteen, met een hardstenen ‘basement’. Het wordt geaccentueerd door vier kolossale Ionische pilasters.
Het is een imposant gebouw, in alle betekenissen van het woord.

Interieur

Het interieur is niet minder imposant. In 2016 werd de restauratie daarvan, een van de eerste in Nederland in Empirestijl, afgerond. Dat interieur is onlosmakelijk verbonden met het gebouw. De restauratie is volgens de modernste inzichten uitgevoerd. Enkele leden van Het Restauratieconvergent werkten aan de restauratie van de vergulde stoelen uit de Gouden Salon. Het werk werd door de specialisten ‘reversibel’ uitgevoerd, wat betekent dat alle handelingen goed gedocumenteerd zijn, indien nodig door een volgende generatie restauratoren weer ongedaan gemaakt kunnen worden en dan weer volgens nieuwe inzichten kunnen worden uitgevoerd.

Verval en herstel

Tot 1880 was Huis Barnaart in particulier bezit. Daarna was het in gebruik als ambtswoning van de Commissaris van de Koning(in) van Noord-Holland. Vervolgens werd het verhuurd aan een reeks organisaties, totdat het gebouw in 1991 werd gerestaureerd. In 2002 kwam Huis Barnaart in handen van de Vereniging Hendrick de Keyser, die het verhuurt als kantoorruimte, als gelegenheid voor recepties/culturele bijeenkomsten en een appartement. Hendrick de Keyser staat er gelukkig om bekend, dat het een huurder zoekt die past bij het pand en het interieur in plaats van andersom. Dat betekent dat de levensduur daarvan aanzienlijk wordt verlengd.

Tijdens de afgelopen Open Monumentendagen was Huis Barnaart voor het eerst in volle glorie te bezoeken.

Foto: © Arjan Bronkhorst